Bezoek

Over twee dagen komen Mark en Petra al, schrikt ze. Jemig, wat ziet mijn huis eruit. Is er nog tijd om de zaak te redden?
Het afgescheurde rolgordijn moet ik vervangen, de plintjes vastmaken. Nieuw dekbed kopen. Rommel naar de kringloop brengen.
Ze begint haar boekenkast uit te mesten, maar voor ze het goed en wel in de gaten heeft is ze al verzonken in één van haar boeken. Na twee uur slaat ze het met een klap dicht.
O ja, schoonmaken.
Ze begint de vloer te boenen. Nu ze er zo met haar neus bovenop zit ontdekt ze nog allerlei verfspatjes. Met haar nagel peutert ze ze geconcentreerd van het hout. Na een half uur heeft ze pas twee planken schoon.
Microfocus, denkt ze. Het lukt me niet. Ik ben niet in de wieg gelegd voor het huishouden. Het is te overweldigend voor mij. Ik kan beter morgen pas beginnen, dan heb ik maar één rotdag in plaats van twee.
Ze leest nog een boek, maar ze geniet niet echt van de vrije tijd die ze zichzelf gegeven heeft.
De volgende dag treuzelt ze met opstaan. Ze doet de boodschappen en bereidt het eten voor, ruimt nog wat op, vindt het dan tijd voor een dutje. De wekker zet ze twee uur voor het bezoek komt.
Dan: hyperfocus. Ze maait alle kleren van de vloer en bank en schift snel: dit in de wasmand, dat in de kast. Ze rolt het kapotte rolgordijntje helemaal omhoog. Legt de losse plintjes strak tegen de muur aan. Zo hee, het lijkt ineens wel een normaal huis.
Ze raast de woonkamer door, maakt de vloer verder leeg en negeert het aantrekkelijke tijdschrift dat ze daarbij vindt. Kranten, grote stofbollen, onaffe projectjes, alles gooit ze weg. Ze vervangt de stofzuigerzak.
Oeh, best een pittige odeur, schrikt ze. Stom, dit had ik niet hierbinnen moeten doen.
Stofzuigen. Dweilen. Ramen zemen.
Haar telefoon gaat.
We zijn net uitgestapt! gilt Petra.
Ah, lacht ze zenuwachtig, wat zijn jullie lekker vroeg! Ik loop jullie wel tegemoet, zie je zo bij de bushalte.
Ze kijkt kritisch om zich heen. Alleen de deurklink krijgt nog een veeg. Ze mikt haar stofzuiger, twee vuilniszakken en een emmer met intussen inktzwart dweilwater in haar rommelkamertje. Ze steekt nog even haar kop onder de kraan, frist zich op en loopt naar de bushalte.
Mark en Petra lopen al naar haar toe.
Goh, dat we dat nog mogen meemaken, grijnst Petra. Bij jou op bezoek.
Je vindt het wel leuk toch, dat we komen? vraagt Mark.
Ja, dat mocht wel eens een keer, ik ben al zo vaak bij jullie thuis geweest, zegt ze.
Nerveus dribbelt ze voor hen uit naar haar huis.
Welkom! opent ze met een royale zwaai haar voordeur. Hier woon ik nu.
Hee, wat zit er achter deze deur? zegt Petra. Ze heeft de klink al in haar handen.
Niks! roept Ruth nerveus. Dat is mijn rommelkamertje.
En hier hoeven we ook niet te zijn, zegt ze gehaast, terwijl ze de keukendeur dichtduwt. Ik kom het eten zo wel brengen.
Dit is mijn woonkamer, dirigeert ze hen snel de gang door. Als ze de deur opent schrikt ze. Ze is met haar dweil in grote halen over de vloer gegaan, maar ziet nu nog een heel stuk dat ze vergeten is. Het vuil steekt nu extra goed af tegen het schone stuk. Met haar voet veegt ze snel nog wat donker stof onder de bank. Mark ziet het haar doen en lacht verwonderd.
Je bent nogal huishoudelijk uitgedaagd hè, zegt hij.
Petra kijkt stil om zich heen.
Nou ja, wat schoon moet zijn is schoon, zegt ze tenslotte.
Ze leunt tegen een kastje, maar dat staat op losse pootjes. Met veel kabaal dondert het om.
Dat gaat hier niet, zegt Ruth.
Snel stapelt ze de constructie weer netjes op elkaar.
Ik zal verder dan maar niks meer aanraken, zegt Petra geschrokken.
Jawel. Kom, ga lekker aan tafel, zegt ze. Wat willen jullie drinken?
Ze willen allebei iets fris.
Creatief hoor, die beplakte tafel, zegt Petra. En die lamp, is dat een vergiet?
Ja, zelf gemaakt, knikt Ruth.
Ik wist helemaal niet dat je dat kon! roept Mark uit.
Is niet zo moeilijk hoor, mompelt ze. Maar ik hoor de oven piepen, ik haal even het eten.
Preitaart, daar ben ik gek op! roept Petra als ze weer binnenkomt.
Met salade. Hij is wel een beetje zompig hoor, mompelt ze.
Lekker, zegt Mark. Je zorgt goed voor ons!
Na het eten sleept ze bladen met thee en lekkers af en aan. Petra gooit op een gegeven moment de handdoek in de ring, maar Mark blijft lekker doorsnoepen. Ze dissen oude anecdotes op en hebben daarbij aan een half woord genoeg.
Weet je nog, toen met Arno?
O ja! En Johan!
Hahaha! Tanja!
Woehoehoe!
Na een lange avond nemen ze afscheid bij de voordeur.
Was gezellig, zegt Mark.
Ja! zegt Petra. Leuk dat we jouw huis nou ook eens gezien hebben. Ik moest er wel even aan wennen hoor.
Zo ben ik, zegt ze. Niks aan te doen.
Voor het eerst zegt ze geen sorry.

Plaats een reactie