Het Ongeleide Projectiel

Het is de ochtend voor Kerst. De deur van Empire is uitnodigend opengezet. Hij is omzoomd met kersttakken. Gezellig.
Leveranciers komen kalenders brengen met hun logo erop. Gelegenheid voor een verkooppraatje. De collega’s uit de buitendienst, die ze normaal nooit ziet, zijn er nu ook.
Ze krijgen vandaag een kerstlunch.
Hmmm, lekker, soep met spreadsheets, grinnikt Patty.
Al snel begrijpt Ruth wat ze bedoelt.
Een cateraar bezorgt een grote ketel soep met wat brood en salade.
Collega’s beginnen te redderen. Alle buro’s worden aan elkaar geschoven en daarna wordt de zo geïmproviseerde tafel gedekt.
Als de soep wordt opgediend begint August aan een uitgebreide powerpoint met de winstcijfers van Empire.
Ze krijgen geen gelegenheid om met elkaar te kletsen.
Gehaast worden na de soep het brood en de salade op tafel gezet.
Ik heb het wel eens anders meegemaakt, denkt ze, maar zo kan het ook. Beter, want ze praten hier toch niet met elkaar.
Zo, dat zit er weer in, zegt August na een tijdje.
Dan breekt iedereen het boeltje weer op.
Als ze zich omdraait om weer aan het werk te gaan, loopt ze tegen een slonzige man op. Die is stilletjes de kantoortuin ingelopen. Hij heeft een woeste blik in zijn ogen en sleept met zijn rechtervoet. De anderen schrikken en wijken uiteen.
Ron! stamelt August. Wat onverwacht. Hoe is het met je?
Wat denk je zelf! roept Ron. Hoe kun je mij zo ontslaan!
Hij stompt August in het gezicht. Die maait beduusd om zich heen. Dan pakt hij Rons been. Als Ron omvalt trekt hij August mee omlaag en gaat bovenop hem zitten. Bloed sijpelt op de vloer.
In paniek rent iedereen de kantoortuin uit. Zij blijft. Ze maakt zich groot en gaat voor Ron staan.
EN NOU OPTIEFEN! schreeuwt ze. IDIOOT! BEN JE HELEMAAL GEK GEWORDEN! GA VAN AUGUST AF! OPSTAAN! EN NU WEGLOPEN!
Mechanisch doet hij wat ze zegt en loopt hij het pand weer uit.
Deur dicht, deur dicht! roept ze bezorgd.
Snel blokkeren een paar buitendienstmedewerkers de ingang met wat tafels.
Goh, zegt Patty. Het muisje kan ook brullen.
Nog natrillend denkt Ruth: Ik leek mijn vader wel. Ik heb dat ook in me. Ik wist niet dat het zo makkelijk is om een ander bang te maken. En dat het best lekker voelt om zo te schreeuwen.
Vanachter de lamellen zien ze hoe Ron ingerekend wordt door de politie.
Langzamerhand gaat iedereen weer aan het werk. Zij probeert ook nog wat te doen, maar veel komt er niet meer uit haar handen.
Aan het eind van de middag levert ze haar laptop en telefoon in en loopt nog even langs Patty.
Ik vond het leuk om met je samen te werken, zegt die monter.
Ja, ik ook met jou! beaamt ze.
En waar ga je nou heen? vraagt Patty.
Naar een normaal bedrijf, grimast ze. Nou doeg, we zien elkaar nog hè!
Ze loopt stilletjes naar de uitgang en gooit blij de deur achter zich dicht.

Plaats een reactie