De Buffelaar

Gert van Finance is altijd als eerste op kantoor. Elke dag staat hij om vijf uur op. Anders raakt het werk niet af, zegt hij blijmoedig. Af en toe pakt hij de zaterdagochtend ook nog even mee. Hij woont toch vlakbij.

De stapels op zijn buro worden langzaam groter. August krijgt namelijk alsmaar meer afdelingen onder zich. Zo raakt Gert steeds verder achterop.

De financiële audit nadert. Gert moet voor het team van accountants uit werken en alles tip-top in orde maken. Hij deelt normaal nog wel eens een kwinkslag uit, maar wordt nu steeds stiller.
Natuurlijk loopt het een keer spaak. Gelukkig zijn er op dat moment al wat collega’s binnen.
Ik voel me niet zo lekker, zegt hij.
Dan valt hij neer. Patty belt kordaat met 112, legt Gert in de stabiele zijligging en blijft op hem inpraten. Tina rent naar buiten om de ambulancemedewerkers de goede kant op te sturen. Ze gaat beneden bij de lift staan en houdt de deuren open. Trea, die BHV-er is, zit stil en verslagen met een kopje koffie op haar stoel. Twee ambulancebroeders voeren hem weg.

Gert is maanden uit de running. Trea en Tina regelen om de zoveel tijd een kaart en een bloemetje. Iedereen gaat op ziekenbezoek behalve August.
Die gooit nog steeds al zijn werk naar hem door, zonder scrupules. De stapels op Gerts buro blijven groeien.
Ze vraagt August een keer: Moet iemand anders nu niet het werk van Gert overnemen?
Hij glimlacht minzaam: Dat zou mooi zijn, maar daar is geen budget voor.

Als Gert weer is opgeknapt is zit hij snel weer terug op zijn oude werktempo. Hij werkt zich blijmoedig door alle stapels heen en pakt af en toe eens een zaterdagochtendje erbij.

Er is niets veranderd.

Het is allemaal nergens goed voor geweest.

Plaats een reactie