Kerst

Nadat ze ontslag heeft genomen maakt ze haar laatste vakantiedagen op, behalve één. Op de vrijdag voor Kerst komt ze nog even terug.
Ah, ziet ze als ze binnenloopt, de kerstboom staat. Iemand is helemaal losgegaan met sneeuwspray en in de gang staat een stapel grote pakketten klaar. Gezellig.
Freek, vraagt ze, zullen we weer vriendjes zijn? Ik vind het niet leuk anders.
Ik vond het gewoon erg dat je weggaat, mompelt hij.
Is al goed, zegt ze.
Ze opent haar mailbox voor de laatste keer en ziet dat de klant haar een mooi compliment heeft gegeven. Op de valreep. Met haar chef erbij in cc.
Komt de waardering niet van binnenuit, dan wel van buitenaf, denkt ze trots. Het is gezien, wat ik heb neergezet. Ook zonder spelletjes te spelen kun je er dus komen.
Vandaag neemt iedereen de tijd om uitgebreid met elkaar te kletsen. Van werken komt niet veel.
’s Middags levert ze haar laptop, telefoon en auto in. Het zit erop.
Rond vieren begint de kerstborrel. De kantine puilt uit. Iedereen krijgt een decadent kerstpakket en daarnaast nog een mooie encyclopedie en een kistje met verschillende wijnen. Het kan allemaal niet op. Tsja, detachering.
Hee Ruth, mept Erik haar op de schouder, gefeliciteerd, je hebt een compliment van de klant gekregen hoorde ik!
Aardig. Dat hoeft hij niet te doen. Zo’n bullebak is het toch ook weer niet.
Ze wandelt met haar berg spullen naar het treinstation. Een warme gloed trekt door haar heen.
Dit was een mooi afscheid. Ze is goed weggegaan.

Plaats een reactie