Optelsom

Ze drukt de wekker uit. Geen zin om op te staan. Het moet toch. Ze springt onder de douche, doet haar kleren aan en daaroverheen haar regenpak. Ze sjort haar rugtas om en klemt een brief die ze nog moet posten tussen haar tanden. Haar halletje wordt opgeknapt. Ze heeft het aanbod van een wisselwoning achteloos afgeslagen. Omdat ze nu eventjes geen trap heeft, gebruikt ze gewoon een keukenladder om op de begane grond te komen. Voorzichtig draait ze zich om en laat ze zich in het trapgat zakken. Ze verkent met haar benen de afstand naar beneden en maakt dan een klein sprongetje naar de ladder.
Ik kan het net mooi halen zo, constateert ze tevreden.
Ze loopt verder naar beneden, schuift daar gehaast een boterham naar binnen en zet een pak melk aan haar mond. Ze wringt zich door de gang heen, die door alle verbouwingsspullen die er staan nog smaller lijkt dan-ie al is. Vlak voor ze naar buiten gaat trekt ze haar regenpak weer uit. Voorzichtig, zodat het verbouwingsstof op de buitenkant ervan niet alsnog op haar kleren komt.
Nog even checken of het zo kan, denkt ze.
Oef, mijn schoenen zijn ook nog helemaal wit van het stof, schrikt ze.
Ze klopt het van zich af. Nu is ze klaar voor de buitenwereld. Ze opent haar voordeur.
Iemand heeft met zijn vinger “Was mij!” op haar auto geschreven, ziet ze. Ze poetst het min of meer weg met haar hand en rijdt naar haar werk.
Gelukkig was ze zo verstandig om een zwarte auto te nemen.

Ze zet haar auto in de parkeergarage en klost het kantoor in.
Arnoud begroet haar met een kort knikje.
Je gaat de komende tijd bij buitenlands betalingsverkeer werken, zegt hij.
De andere developers zijn voortdurend aan het lobbyen om op een interessant project terecht te komen. Doordat zij dat niet doet, komt ze hier terecht. Hoe saai ze het onderwerp ook vindt, ze stort ze zich op de bankencursus die haar wordt aangeboden en vreet ze zich in in de materie.
Erik, de senior die haar moet begeleiden, is een stugge jongen die nogal vast zit in zijn lichaam. Stijf. Ruitjesbloes, semi-nette broek, het uniform van de software developer. Hij is niet heel communicatief en helpt haar ook niet echt. Ze komt er al snel achter dat hij interessante klussen graag voor zichzelf houdt en haar alleen schermpjes laat bouwen.
Erik werpt één kluifje haar kant op waar ze wél blij mee is: het maken van SWIFT-berichten. Dat is een communicatiemethode die banken onderling gebruiken. Al snel bouwt ze steeds meer deskundigheid op tot ze er alles van weet.

Ook al is dit een interne klus, toch zijn er af en toe ook tripjes naar de klant. Meestal gaat Erik daar alleen naar toe, maar nu mag zij ook een keer mee. Het is haar eerste business-trip, ze gaan naar Brussel. De reis is dolgezellig. Erik laat zonder enig overleg EDM door de lease-auto schallen. Ze zoekt een andere zender op en zet de radio meteen wat zachter. Erik fronst even maar accepteert dan de verandering. De reistijd brengen ze grotendeels zwijgend door.
Ze heeft haar mooiste pak aangetrokken voor dit uitstapje. Was niet nodig geweest. De bank, althans het backoffice-gedeelte waar de IT-ers huizen, blijkt een bastion van middelbare mannen met overhangende buiken en versleten spijkerbroeken. Het gebouw zelf is al even lelijk. Het kantoormeubilair is beige met bruin. Er zitten vlekken op het tapijt en de muren bladderen.
In een aparte kamer zit een sippe hangsnor stilletjes te werken.
Dat is Dieter, vertelt Erik. Die zit in een gouden kooi. Hij kan een kunstje dat niemand anders kan. Hij houdt die kennis lekker voor zichzelf en daardoor is hij onmisbaar. Hij heeft salarisverhoging bedongen, maar mag nu alleen nog dat ene trucje doen. Ze vertrouwen hem niet meer. Als het nieuwe systeem er is, vliegt hij er als eerste uit.
Erik krijgt uitgelegd wat er gebeuren moet vandaag. Hij vertelt haar niets.
Lekker is dat, denk ze. Mijn aanwezigheid hier kost veel geld, maar zonder instructies kan ik niets uitrichten.
Ze weet de blikken van de klant op zich gericht en houdt zich werkende. Haar maag knort en ze merkt dat het al na lunchtijd is. Erik loopt binnen met drie broodjes. Hij blijkt even naar het hotel te zijn gereden om daar wat eten te gaan halen. Hij heeft haar niet meegevraagd en ook niets voor haar meegenomen. Ze heeft haar auto niet hier en kent ook de weg niet. Uit arren moede plundert ze dan maar de snoepautomaat.
De volgende keer dat ze gevraagd wordt om met Erik naar de klant te gaan weet ze zich eruit te draaien. Dit nooit meer.

Ze blijft stug doorwerken in de luwte. Op een avond zit ze nog laat in haar eentje te werken als Arnoud komt binnenstuiven. Er zijn problemen met de SWIFT-berichten. Dat is háár specialiteit!
Ik kan het oplossen, roept ze enthousiast.
Niet nodig, wuift Arnoud haar weg, ik vraag het Erik wel. Die kan ik altijd bellen.

Gefrustreerd rijdt ze naar huis. Ze rukt de koelkastdeur open, pakt lukraak een kant-en-klaarmaaltijd van het stapeltje en schuift hem de magnetron in. Dan banjert ze de woonkamer in. Wanneer ze de deur openzwaait rollen tumbleweeds van stof door de kamer heen.
Eerst mijn lenzen maar uitdoen, zucht ze. Ik heb nu even geen zin om dit te zien.
Met wazige blik eet ze haar magnetronmaaltijdje terwijl ze het journaal aanhoort. Even unwinden.
Ze opent haar mailbox en leest dat Erik database administrator gaat worden. Ze verstijft.
Verdomme! denkt ze. Waarom doet Arnoud dit met een mail? En waarom vlak voor het weekend? Ik heb hem verdorie net nog gesproken. Ik had deze functie gewild, dat wist hij.
Ze gooit haar laptop van zich af. Mij heeft-ie er niet mee, besluit ze trots. Ik kan gewoon mijn eigen keuzes maken.

De volgende dag mailt Erik: Ik baal ervan dat Arnoud me steeds buiten werktijd blijft opbellen. Hij had het jou gisteravond meteen moeten laten oplossen, want jij hebt veel meer verstand van SWIFT-berichten dan ik. Je bent er een kei in!
Dank je! mailt ze verrast terug.

Ze pakt haar agenda. Op één pagina houdt ze de voors en tegens van haar baan bij.
De chef die haar niet serieus neemt is een streep bij de tegens. De botte collega die toch ineens onverwacht aardig kan zijn: nou vooruit dan, een kwart streepje bij de voors.

Plaats een reactie