Arnhem


Brugklas. Thuis op de bank. Kop thee.
Ik hoef geen seks meer te hebben met je vader, vertelt haar moeder haar triomfantelijk. Hij dreigde altijd om driftig te worden naar jou als ik niet wou, maar ik heb nu gezegd dat ik het gewoon niet meer doe. Zo’n kerel die zuchtend bovenop je gaat liggen met zijn volle gewicht, bah, vreselijk.
Sinds kort geeft haar moeder haar vader ook geen kus meer als hij thuiskomt van zijn werk. Het was de enige aanraking die ze nog wel eens tussen hen zag.
Waarom ga je niet van hem af? vraagt Ruth. Tante Heleen is toch ook gescheiden?
Dat doe je niet zomaar even, zegt haar moeder. Een huwelijk is voor het leven hè, in voor- en tegenspoed. Oom Thomas was schizofreen, dat is wat anders. De huisarts zei dat ik gewoon maar meer leuke dingen voor mezelf moest gaan doen.
Doe het alsjeblieft, vraagt Ruth.
Nee, ik wil dat voor jou ook niet. Stel je voor hoe we dan zouden moeten leven. We hebben nu een mooi groot huis. Tante Heleen zit op een flatje.
Haar moeder begint verbeten een liedje te zingen om zich vrolijker te voelen. Ze draagt haar lot. Zo heeft ze het altijd gedaan.

Als de thee op is vertrekt Ruth naar haar slaapkamer. In één van haar boeken heeft ze een lijst verstopt, waar ze af en toe aan werkt. De lijst heet: Ik loop weg van huis en ik neem mee…
Haar foto-albums staan erop, haar koraalrode shirt en haar cassettebandjes. Het liefst zou ze haar hond ook meenemen, maar dat kan nou eenmaal niet.
Ze is niet van plan om echt weg te lopen, maar het werken aan de lijst maakt haar rustig. Ze weet dat er instellingen bestaan waar ze heen kan gaan. Een jongen op school woont al niet meer thuis. Maar wat moet ze dan zeggen tegen die mensen? Ze kent de woorden niet.

Ik ga naar de stad. Wil je mee? roept haar vader van beneden.
Dat wil ze wel. Ze loopt de trap af.
Haar vader gluurt van achter de gordijnen naar een klasgenootje dat achter hen woont.
Zo, grijnst hij, die is al flink voor haar leeftijd. En jij bent ook alweer gegroeid.
Hij neemt haar van top tot teen keurend op.
Niet zo kijken, zegt ze.
Nou zeg, jij bent ook een kruidje-roer-me-niet, lacht haar vader.
Samen gaan ze naar Arnhem toe. Haar moeder blijft thuis.
Zie je over twee uur bij de auto, zegt hij als ze er zijn, ik ga naar de garage.
Ze slentert alleen door de stad. Gaat oorbellen kijken bij Déja Vu en koopt er zwarte nagellak. Bij de V&D haalt ze nog een Muziek Expres en wat cassettebandjes.
Na twee uur loopt ze terug naar de auto. Samen met haar vader rijdt ze zwijgend weer naar Doesburg.
De tripjes doen hem kennelijk goed. Hij is daarna vaak even niet meer zo driftig.
Twaalf jaar. Nog zes jaar wachten, dan kan ze op kamers.

Plaats een reactie